From Inner Critic Back to Inner Singer
Mijn laatste blog was niet onverdeeld positief. Ik schreef o.a. over mijn frustratie, dat ik tijdens het zingen niet kon laten horen wat ik voelde, door de gekwetste stemband.
Die week heb ik een extra check aangevraagd bij de KNO-arts. Op het scherm moest ik zoeken naar het litteken, dat al vervaagd was. De stembanden zien er mooi uit. De arts drukte mij op het hart, dat ik nog steeds aan het herstellen ben en dat ik alle positieve momenten moet opslaan en van daaruit stap voor stap verder herstel. Voor mijn gevoel stond ik stil, maar de stemband laat iets anders zien. Ja, de plek is nog steeds gekwetst en moet herstellen en getraind worden, maar het beeld van de stemband gaat vooruit. Een pak van mijn hart. De dag daarna zong ik ‘Where Do Broken Hearts Go’ van Whitney Houston in een keer weg. Ik was zo blij en riep naar Manlief: ‘Hoorde je dat?!’ Waar ik eerst treurde om het nog niet kunnen gebruiken van mijn middenregister en middenvolume, werd ik nu geraakt tot in het midden van mijn hart. Ik kon wel huilen, maar daar was ik toch net te blij voor.
Dit bericht gaat over het zingen vanuit het ‘zelf’ of de ‘Inner Singer’ Bij deze zal ik gelijk zeggen, dat deze term niet van mij is, maar van Janice L. Chapman. Haar boek (Singing and Teaching Singing, a Holistic Approach to Classical Voice) inspireert mij en stelt mij in staat om mijn eigen visie beter onder woorden te brengen en met jullie te delen. Wat is de Inner Singer? Dat is het ‘zelf’. Jouw ‘zelf’. Wie jij bent en wat jij voelt. Er bestaat jouw geest, jouw lijf, jouw ‘zelf’. Je kunt niet zingen, maar ook niet leven zonder het ‘zelf’. Nou ja, het kan wel maar je raakt wel van het pad af. Bewust zijn van je ‘zelf’ stelt je in staat om integer en puur te zijn en te blijven onder omstandigheden en te handelen vanuit jouw gevoel. Iedere keer opnieuw en iedere noot die jij voortbrengt is in contact met jou en jouw fysiek. Een balans tussen de geest, het lichaam en het ‘zelf’ zorgt voor harmonie.
Meditatie en tijd nemen voor natuur stelt mij in staat om in contact te zijn met het ‘zelf’. Ik heb het gevoeld en als ik het kwijt ben weet ik wat ik moet doen. Tijd nemen. Stilte en ruimte. Luisteren, naar binnen toe en niet naar wat er om mij heen gebeurt. En dat kan al met 20 minuten per dag. Tijdens het trainen van mijn stem stelde ik mij de vraag: ‘Wat is het waardoor ik grenzen overschrijd?’ Het antwoord was er al snel. Het heeft alles te maken met verwachtingen. Verwachtingen van buitenaf. Denken, dat anderen iets verwachten van jou, of dat jij limieten stelt aan jezelf en in de verdrukking komt. Zodra ik durf te luisteren en te voelen en niet harder of sneller wil gaan, dan mijn stem nu kan, dan schiet de stem uit het spoor en raakt extra belast. En waarom wil ik eigenlijk hard zingen of heel hoog? Omdat ik dat allemaal kon en mijn stem zich voor heel veel leende.Iemand noemde vroeger mij de schnabbelkoningin. In ieder geval dacht zij, dat ik dat was. (Ben benieuwd of deze vriendin zich herkent, als ze dit leest) Ik was nogal ongelukkig met deze opmerking. De bottomline was eigenlijk, dat ik alles kon laten horen, maar dat ik dat eigenlijk helemaal niet altijd wilde. Dat was niet mijn ‘zelf’. En het is deze erfenis die ik van mij af probeer te schudden. En dan zal ik nog weleens hard en hoog zingen, want dat is gewoon lekker om te doen.
In connectie staan met je ‘zelf’ wil niet betekenen, dat de weg dan open ligt of dat alles dan makkelijker gaat. Door te luisteren naar het ‘zelf’ maak je wel keuzes. En niet altijd makkelijke keuzes. Ik geef hier een intiem voorbeeld. Ruim een week na mijn stemoperatie overleed mijn oom, de broer van mijn vader. Het grote gezin is opgegroeid met 12 broers en zussen. Op de een of andere manier leek het zo te zijn, dat er nooit iemand zou overlijden van dit gezin. Maar toch, de eerste begrafenis kondigde zich aan. In die week mocht ik 2 minuten per half uur praten. Het verdriet om dit overlijden zette veel spanning op mijn keelspieren. Na lang wikken en wegen besloot ik niet naar de begrafenis te gaan. Het leek mij niet te doen om al mijn familieleden te zien (ooms, tantes, neven en nichten) en dan niet te mogen praten. Ook het verdriet en het huilen zou mijn stem overbelasten. Ik voelde me een egoïst en vond het moeilijk te kiezen voor mezelf en niet voor mijn vader die zijn broer verloor. Nadat ik dat toch had gedaan kreeg ik alle begrip en realiseerde ik mij hoe groot mijn commitment is naar mijn stem, mijn talent en mijn carrière. Die keuze kon ik maken door te durven luisteren naar mijn ‘zelf’ dat duidelijk liet horen, dat ik moest kiezen voor mijn herstel en mijn toekomst.
Het ontwikkelen van techniek is noodzakelijk om de Inner Singer te kunnen laten horen. Tijdens mijn lessen vraag ik regelmatig aan leerlingen na het zingen van een passage of een lied: ‘Kon je laten horen wat je voelde?’ Dat is het streven. Kun je je boosheid laten horen in felle klanken? Of onverwerkt verdriet in het klein? Hoe klinkt blijdschap? Kan jouw innerlijk gereflecteerd worden in je stem? Het zal je repertoire verdiepen.
Geen enkele methode of techniek is heilig, omdat de mens en zijn ontwikkeling verandert en dus ook zijn behoeften. Zo heb ik er altijd ingestaan. Het is ook maar net door wie en hoe de methode gedoceerd wordt en wat de klik is tussen de docent en de leerling. Uiteraard is het wel heel fijn om je bij tijd en wijlen doordringend te laten inspireren en mee te laten voeren door een methode en zo je kennis te verbreden en je kleurenpallet te vergroten.
Terug naar het ‘zelf’. In mei ging ik naar het concert van Prince in Ziggodome. Als tiener ben ik ook twee keer naar een concert geweest van hem. Dit keer was het anders en ik knaagde er op tijdens het kijken en luisteren. En ineens voelde ik het. Prince stond er ‘zelf’ en niet zijn ego waar ik vroeger naar ‘mocht’ kijken. Vroeger stond er een denkbeeldig dikke muur, waar ik net overheen mocht gluren, tussen hem en zijn publiek. Er was geen connectie, alleen show. His Royal Badness dwong bewondering af en legde geen connectie tussen hem en zijn publiek. Maar, die avond in mei mochten wij meedoen! Hij was blij dat wij er waren en dat liet hij blijken. Hij had er zin in om daar met ons allemaal te zijn en dat maakte de hele avond memorabel. Ik heb me vaak afgevraagd wat het nut is van mijn vak. ‘Moest ik geen kindjes in Afrika gaan redden?’. Misschien ooit. Mede door die avond bij Prince heb ik gevoeld wat een plezier je kunt beleven aan een artiest en anderen dus ook aan mij. Maar, dat is nog geen eens het belangrijkste. Het plezier wat jezelf beleeft is het meest belangrijk. Toch, de volgende keer dat iemand geraakt is door mijn performance, dan zal ik niet vergeten te realiseren dat ik het ‘zelf’ van die ander heb aangetipt. Wat waardevol.
Tot de volgende blog!
Esther